We zijn allebei om half zeven klaarwakker. Belachelijk, maar ja. We gaan maar gewoon aan de slag met douchen, inpakken en ontbijt en nemen uiteindelijk rond een uur of negen afscheid van Jellylegs Orchard, licht teleurgesteld dat we ons niet hebben mogen laven aan de cider die ze maken van de appels uit de boomgaard.
Vol goede moed gaan we op pad, want vandaag arriveren we dan eindelijk in Wales, het hoofddoel van deze vakantie. We rijden via de Wye Valley en Brecon Beacons National Park naar Carmarthen, waar onze nieuwe Airbnb staat. Uiteraard niet zonder de nodige stops.
Om in Wales te komen moeten we helaas een stukje over de snelweg. Iets met water en een brug. Saai wel, maar de rest van de dag maakt het gelukkig goed. En het eerste deel van de route voert ons nog wel door wat pittoreske dorpjes en prachtig landschap. Zodra we kunnen verlaten we de snelweg en rijden naar Chepstow waar we Chepstow Castle gaan bezoeken. Want when in Wales….Er zijn in Wales zo’n 600 kastelen, dus er is nogal wat keuze!
Chepstow Castle ligt boven op een klif aan de rivier Wye. De bouw begon in 1067 en het kasteel is daarmee het oudste nog bestaande post-Romeinse fort in Groot-Brittanië. De informatie in het kasteel richt zich met name op de ontwikkeling van het kasteel, waarbij het duidelijk laat zien hoe het zich in de loop der jaren heeft uitgebreid en hoe ook de functie van het kasteel veranderde. Was het in het begin nog van groot militair belang, rond 1600 had het vooral functie als woongebouw. Na de English Civil War raakte het in verval. Vanaf ongeveer 1840 werd het kasteel al gebruikt voor toeristisch bezoek, de binnenplaats werd gebruikt voor feesten.
In het kasteel zijn tevens de oudste kasteeldeuren van Europa te vinden. Lang dacht men dat ze uit de dertiende eeuw kwamen, maar na grondig onderzoek is gebleken dat ze niet later dan in 1190 gemaakt moeten zijn. Impressive.
Impressive is eigenlijk het hele kasteel wel en we genieten er heel erg van. Het is niet zo druk (hoewel er wel paar groepen kinderen rondrennen, maar die zijn eigenlijk wel vermakelijk) en de warmte valt nog mee. Wel sluiten we ons bezoek af met een ijsje, want het is tenslotte wel vakantie en zomer.
Na ons ijsje rijden we een kwartiertje verder en stoppen in Tintern, waar we Tintern Abbey willen bezoeken. Omdat we de bus van de schoolkinderen weer zien en de abbey liever ervaren zonder schreeuwende kinderen, besluiten we eerst te gaan lunchen. We strijken neer in de tuin van de pub aan de overkant, waar het onwijs gezellig is. Veel mensen met honden die lekker aan hondenijsjes slobberen en allerlei mensen die elkaar niet kennen, maar wel met elkaar kletsen.
En een soort slapstick waarin eerst een hond ontsnapt omdat hij héél graag met andere honden wil kennismaken en op hetzelfde moment een menukaart wegwaait en een heel vol glas bier omvergooit in zijn vlucht. De mevrouw wiens bier het was is zeiknat (zielig wel, maar het zag er wel heel grappig uit). Wij komen zelf de lunch zonder kleerscheuren door en gaan op pad naar de abbey.
Tintern Abbey is net als Chepstow Castle in beheer van Cadw, waar wij lid van zijn geworden. Nadat we in Schotland en Ierland best veel monumenten hebben overgeslagen (wéér 10 pond entree) hebben we nu besloten gewoon een jaarlidmaatschap te nemen, zodat we zonder nadenken overal naar binnen kunnen stappen. Voor 2 personen was dit 83 pond, dus dat heb je er vrij snel uit, vandaag hadden we anders per persoon al drie keer 8,70 moeten betalen.
Goed, Tintern Abbey dus. Gesticht in 1311 en verlaten in 1536, waarna de gebouwen in verval raakten tot in de achttiende eeuw. De grote kerk, gebouwd tussen 1269 en 1301 is van alle gebouwen van de abdij het best bewaard gebleven. Van alle overige gebouwen staan meestal nog maar kleine delen van muren. We kunnen niet de gehele grote kerk bekijken helaas, want er zijn archeologen onderzoek aan het doen. De ruïne heeft ontzettend te lijden onder het feit dat er al zo lang geen dak en ramen meer zijn en verkruimeld langzaam. Men wil dit uiteraard zo veel mogelijk voorkomen en daarom staan er de komende jaren intensieve renovatiewerkzaamheden op het programma. Op dit moment zijn archeologen eerst de bodem aan het onderzoeken, voor er grote steigers gebouwd gaan worden. Jammer dat we dus niet alles kunnen zien, maar beter dan wanneer er al steigers hadden gestaan! En natuurlijk is het alleen maar goed dat men zo hun best doet om de ruïne te redden, zonde als het verloren zou gaan!
Na nog wat getwijfel over het kopen van een T-shirt (al mijn Serious Request T-shirts zijn onderhand stuk en dus heb ik nieuwe slaapshirts nodig) stappen we in de auto voor de derde bestemming van vandaag: Raglan Castle. Want met 600 kastelen onder handbereik, kun je er best twee op één dag doen.
Raglan Castle is een laatmiddeleeuws kasteel en is veel meer gebruikt als een luxe paleis dan dat het militaire functie heeft gehad. De borden in het kasteel vertellen daarom dan ook vooral over hoe er in het kasteel geleefd werd en waar de verschillende ruimtes voor werden gebruikt. Er is in het kasteel nog heel veel te zien van de decoratie en alles straalt uit dat het echt heel luxe is geweest. Van buiten is het overigens wel echt een stoer kasteel. Met name de toegangspoort is indrukwekkend. Ook dit kasteel is na de burgeroorlog in verval geraakt en is zelfs gedeeltelijk gebruikt als bouwmateriaal voor ándere kastelen. Toch is er nog behoorlijk wat van overgebleven, genoeg om een mooi beeld te krijgen van hoe het er ooit uitgezien moet hebben.
Het is ondertussen wel weer héél warm geworden en we worden een beetje gekookt. We slaan dus wat stukjes over en besluiten dat het tijd is om weer in de airco van de auto te gaan zitten. Op naar Carmarthen, maar natuurlijk niet via de snelste route. We rijden via kleine weggetjes en via de Black Mountain Road, ook wel bekend als de Top Gear road. Het is prachtig! En soms ook wel spannend, want hoewel we inmiddels echt wel gewend zijn aan single track roads zijn passing places hier géén ding. Dus duimen dat je geen tegenligger tegenkomt!
Tegen zevenen arriveren we bij onze nieuwe Airbnb in Carmarthen. Die is ehm… bijzonder zullen we maar zeggen, ik voel me niet helemaal prettig in dit huis helaas. De inrichting is nogal eclectisch en er staan overal geurstokjes. Getver! Die zetten we buiten, want ik word er misselijk van. Het huis is een oude cottage met dikke stenen muren en ruikt waarschijnlijk daardoor altijd wat muf, maar die stinkstokken maken het niet beter.
De host heeft echt aan ontzettend veel details gedacht, er is een enorm genereus welkomstpakket, en ook de kasten zijn gevuld met van alles, je kunt gerust al je toiletspullen vergeten en je telefoonlader, er staan verse bloemen, bergen spelletjes enzovoort.
Maar aan de andere kant is niet alles even schoon, de keuken is best een troep, er vond een zwerm vliegen het een goed idee om in de slaapkamer te gaan bivakkeren en het beetje verkeerslawaai uit de advertentie blijkt toch iets meer dan een beetje. Ik ben niet helemaal tevreden met deze keuze, zeker omdat ik oorspronkelijk eigenlijk een ander huis had geboekt, ik heb echt een beetje spijt van de wissel. Nu nog steeds, na een nacht slaap, maar daarover morgen maar meer…
Hoewel ik oorspronkelijk had willen koken, wordt het vanavond de afhaalchinees aan de overkant. Beetje gewaagd, want het pand ziet er niet uit, maar de reviews zijn best oké en het eten blijkt inderdaad prima. En net als in Nederland uiteraard voor een half weeshuis, dus we zijn voor twee avonden over de pannen waarschijnlijk. Morgen gaan we Pembrokeshire National Park verkennen. Maar wel eerst een beetje rustig aan doen, na alle drukke dagen!