Dag 2: Pittoreske dorpjes en farmshops (Seaford – Panborough, maandag 12 juni)

We slapen allebei behoorlijk goed, hoewel ik wel een paar keer wakker ben gedurende de nacht, omdat Remco moet plassen, omdat het keihard regent en omdat om half vijf een vogel het tijd vindt voor een concert voor ons raam. Prachtig gefluit hoor, maar wel erg vroeg. Het lukt me nog wel om even te slapen, maar rond een uur of zeven is het wel klaar. Ik internet een beetje, typ een stukje verslag, ga douchen en aankleden en maak een kop koffie. Remco wordt dan pas wakker.  

In onze Airbnb zijn melk, sinaasappelsap en wat snacks, fruit en cereals aanwezig. We nemen geen ontbijt, maar eten wel het zelfgebakken shortbread op. En we nemen wat bananen en chocoladewafels mee voor onderweg. Ontbijten willen we graag in een restaurantje.  

Dus we verlaten deze eerste Airbnb alweer, laden de auto in en rijden maar liefst 10 hele minuten naar Alfriston, een ontzéttend schattig plaatsje. Het is fris en een beetje mistig, heerlijk weer om even te wandelen. We struinen dus eerst door het hele dorpje (twee straten) en over de begraafplaats bij de kerk. Prachtige plek waar de wilde bloemen vrijuit mogen groeien over de oude graven.  

In 1997 was ik al eens eerder in Alfriston, maar ik herken er helemaal niets. En dat terwijl het dorp echt stilgestaan heeft in de tijd, dus heel veel kan er niet veranderd zijn. Het enige herkenbare is de dorpswinkel, want daar maakte ik toen een foto van. Dat doe ik nu weer, helaas ditmaal zonder prachtig oud stel voor de deur. Wel zie ik een oudere meneer door de straat stiefelen met een mand aan zijn arm en een boodschappenbriefje in zijn hand. Hij gaat zijn ‘chores ‘doen, zo vertelt hij aan een dorpsgenoot. Heerlijk.  

Inmiddels is het wel hoog tijd voor ontbijt/brunch en we duiken “The Singing Kettle” in. Het is er piepklein, maar er is nog net een tafeltje voor ons vrij. Ook piepklein. Maar het is echt fantastisch. Een tafel vol lokale oude dametjes, een tafel vol mensen uit hetzelfde hotel die maar gewoon bij elkaar aanschuiven, vriendelijke bediening en een heerlijk Engels ontbijt. Oh, en een mevrouw die zichzelf buitensluit bij het naar het toilet gaan omdat ze niet begrijpt hoe de deur buiten werkt. Gelukkig zit er een raampje in de deur en ziet iemand haar wanhopige pogingen om weer binnen te komen.  

Is het voor het ontbijt nog frisjes, na de ontbijt is de zon vol aan en begint het al behoorlijk warm te worden. En vochtig! Oef, dit wordt een zweterig dagje. We halen bij de dorpswinkel een fles water, ik duik nog even de geweldige boekwinkel “Much Ado About Books” in en daarna stappen we in de auto, op weg naar onze volgende stop: Arundel. De route is niet overal even charmant, sommige van de provinciale wegen zijn ook gewoon net snelwegen, maar Arundel is gelukkig wél nog altijd heel charmant. Ook hier was ik in 1997, maar ik herken weer alleen maar wat plekken waar ik foto’s van heb.  

We hadden hier graag Arundel Castle bezocht, maar dat is helaas gesloten op maandag. Nog maar een keer hierheen dus, want ik had het graag gezien. De vorige keer bezocht ik het ook al niet, want toen vond ik het te duur. Ik vermoed dat het toen een schijntje kostte van de prijs die je er nu voor moet betalen, want oei oei oei, ze durven hier wel hoor qua entreeprijzen!  

Goed, geen kasteel dus vandaag, maar wel lekker even rondslenteren. Op een soort arts&crafts markt scoren we nog twee kleine flesjes Arundel gin en daarna gaan we weer richting auto. We moeten nog wel een stukkie tuffen namelijk!  

Onze volgende twee stops zijn twee farmshops. Eentje in, alweer zo pittoresk, Petworth en eentje bij Easebourne. Deze laatste, Cowdray Farm Shop, is echt fantastisch en na deze twee bezoekjes hebben we een koeltas vol lekkernijen en zijn wij failliet. En ik wilde eigenlijk nog wel 100 dingen kopen.  

Het wordt nu wel tijd om een beetje gas te geven en via de A-wegen rijden we richting onze nieuwe Airbnb. Soms is het toch weer net snelweg rijden, maar vaak ook rijden we over hele charmante weggetjes. Prima zo eigenlijk, want alleen maar landweggetjes schiet ook niet op.  

We zwaaien vrolijk naar Stonehenge, wat we vanaf de weg kunnen zien liggen en arriveren rond half zeven dan eindelijk bij Jellylegs Orchard, waar de we voormalige honingopslag de komende twee nachten bewonen. Prima huisje, fijn bed, klein keukentje, goeie tafel voor ons lekkernijenborreldiner en mooi uitzicht. Er hangen wel veel spinnenwebben en Remco moet eerst nog even vier muggen vermoorden voor we rustig kunnen slapen, maar verder echt wel weer een fijn plekje.  

Morgen gaan we naar Bath. Waar het tegen de 30 graden wordt… We hebben overwogen niet te gaan, maar we gaan het gewoon proberen. Als het niet fijn meer is, kunnen we altijd de plannen nog wijzigen.