Voor de derde keer voert onze vakantie ons naar de andere kant van het kanaal. Na Ierland en Schotland, bezoeken we dit jaar Wales en de Cotswolds. En nog een beetje extra van Engeland, want we nemen de slow road naar Wales. Wie gaat er nou snelwegen rijden als je ook gewoon van Engeland kunt genieten!
Zo gezegd, zo gedaan dus. Na een voorspoedige rit naar Calais met alleen een kleine detour rond Antwerpen omdat ze daar de boel aan het verbouwen zijn en Google de weg nog niet zo goed kent, komen we aan bij de boot. Op zondagochtend gaan rijden was een topidee, want het was overal heerlijk rustig!
Bij de ferryterminal moeten we langs een hoop hokjes. Een P&O hokje waar we ons ticket en een lane-number krijgen van een vrolijke meneer met lol in zijn werk. Een Franse doane hokje, waar ze eeuwig met onze paspoorten bezig zijn. Een overdekt hokje voor de auto waar onze bagage min of meer gecontroleerd wordt (wat zit er in? kleding? Oke, rij maar door). En tot slot een Engels douane hokje die nogmaals onze pasporten bekijken. Alles is natuurlijk oké, dus we mogen doorrijden richting opstelplaats voor de boot. Daar is het nog een poosje wachten, want we zijn vroeg, maar dat geeft mooi tijd voor plaspauzes en wat broodjes uit de koeltas.
De ferry is, zoals alle ferries, een treurige bedoening. Met fish & chips in kartonnen bakjes in warmhoudrekken en een duty-freeshop from hell. Elke fles drank trilt er op zijn plankje door de motor van de boot, de ruimte zelf maakt ook herrie door het getril en dat wordt afgetopt door een fiks aroma van alle parfummetjes. Needless to say dat we er niks kopen.
We gaan op het terras buiten zitten en dat is best oké. Wel saai, tenminste, totdat de kliffen van Dover opdoemen. Hiervoor namen we de boot (plus, meteen ruim pauze op deze reisdag) en het is de moeite waard. De boot vaart langs de kliffen en het is prachtig! Wel een beetje jammer dat we ervoor op het rookterras moeten gaan staan. Bleh, wat een stank. Onvoorstelbaar dat we zelf ooit vrijwillig die stinksigaretten opstaken.
Uitladen van de boot gaat vlot en na wat bochtenwerk door de haven rijden we eerst richting Folkestone. Links fahren! Links fahren! Het gaat soepeltjes, Remco is het inmiddels wel gewend.
Het is genieten. We rijden een afwisselende route door mooi landschap, saai landschap, pittoreske Engelse dorpjes, minder pittoreske Engelse dorpjes en we zien uiteraard veel schapen.
Bij Rye overwegen we te stoppen, het is een prachtig plaatsje, maar doen het uiteindelijk niet. Eigenlijk weten we achteraf niet zo goed waarom niet. We hebben vandaag niet helemaal uitgedacht en hebben toch het gevoel dat we ergens heen moeten. Dat moeten we uiteindelijk natuurlijk ook wel, maar ons overnachtingsadres is ook echt alleen maar een overnachtingsadres. We hoeven daar verder niks.
Uiteindelijk rijden we ook Hastings door zonder te stoppen (we zien geen parkeerplaats met plek) en na een korte stop bij een supermarkt die voor onze neus sluit, eindigen we bij de McDonald’s voor een afternoon snack. Beetje jammer, maar er moet iets in onze buiken om het gezellig te houden.
Uiteindelijk stoppen we een poosje in Eastbourne, waar we over de boulevard wandelen en de pier bezoeken. De pier ziet er vanaf een afstandje echt heel mooi uit, maar als je er eenmaal overheen loopt is het best een aftandse zooi. Overvolle prullenbakken, leegstaande winkeltjes en rottend hout. Het uitzicht is wel prachtig en aan het eind van de pier is een vrolijk feestje aan de gang met een live bandje.
Na de pier houden we Eastbourne verder voor gezien en rijden door naar Seaford, waar we gaan slapen. Hier heb ik een parkeerplaats gevonden waar je, op een klein stukje wandelen, fenomenaal uitzicht op de Seven Sisters hebt. Ook witte kliffen en véél mooier dan die bij Dover. Vind ik tenminste. Het is er heerlijk. De wandeling is mooi, het uitzicht is als een ansichtkaart en als er geurinternet zou zijn, dan had ik de geur van de omgeving in deze blog geplakt. Zee en weide en kruiden en bloemen. We genieten een poosje van de omgeving en rijden dan Seaford centrum in.
Seaford is leuker dan ik dacht dat het zou zijn, maar blijft een vrij eenvoudig Engels kustdorpje. Er staan her en der wel wat hele charmante cottages en er is een prachtige bloementuin rondom een of ander monument. Wij willen inmiddels vooral alleen nog maar eten en bekijken niet veel van het dorp. Bij het lokale Indiase restaurant schuiven we in een romantisch hoekje met nepbloemen en een knus rond bankje. Het eten is oké, maar misschien de 4.9 op Google toch niet echt waardig. Het personeel is wel onwijs aardig en geinteresseerd. Leuk is dat altijd.
Met volle buiken rijden we 5 minuutjes naar onze Airbnb, een tuinkamer aan mensen hun huis. We hopen stiekem dat we onze host niet zien, maar natuurlijk komt ze wel een praatje maken. Ook wel weer leuk en gelukkig is ze niet te lang van stof.
Het kamertje is klein, maar van alle gemakken voorzien en tevreden crashen we in bed. Vakantie!