De zon straalt ons tegemoet als we wakker worden, een prachtige dag om weer een stukje te gaan rijden! We moeten vandaag best een eindje en er is veel te zien en te doen, dus we willen op tijd vertrekken. Dat mislukt een beetje wanneer we ontbijt willen halen bij Bross Bagels. Net zoals bij de Griekse baksels moeten we hiervoor omrijden vanwege wegwerkzaamheden. En het is dik vet spitsuur in Edinburgh. Uiteindelijk is het pas tegen tienen als we Edinburgh verlaten. Met ons buik wél gevuld met een meer dan fantastische bagel, dat wel! Het water loopt me alweer in de mond als ik er nu aan terugdenk. Oef!
Omdat we zo laat pas weggereden zijn besluiten we een stukje over de snelweg te rijden, maar algauw begint Google te roepen dat ze een ‘betere’ route weet. Die wel 20 minuten langer duurt. We negeren haar, maar ze blijft het maar zeggen en uiteindelijk besluiten we dat we zelf de snelweg ook wel weer zat zijn. Wat er nou precies beter aan die route was, weten we nog steeds niet. We blijven een hele tijd vrijwel parallel aan de snelweg rijden (met af en toe een rotonde om onder de snelweg door te komen), komen door oninspirerende dorpjes en langs een olieraffinaderij.
Maar rond 11.15 komen we dan toch in Stirling aan en dat ziet er meteen heel anders uit. We willen hier het kasteel gaan bezoeken. Onderweg heb ik kaartjes gekocht, zodat we ook een parkeerticket konden boeken. Dat laatste kan alleen vooraf, als je dat niet doet moet je elders in Stirling parkeren. Dat kan prima, maar dat kasteel ligt nogal op een berg…
Remco stuurt onze auto de steile weg op naar het kasteel en ik ben echt blij dat we gewoon voor de deur mogen parkeren. Hier naar boven wandelen was niet heel grappig geweest.
Stirling Castle staat dus boven op een berg, vulkanisch rotsgebergte om precies te zijn. Al sinds de 12e eeuw was het de residentie van Schotse koningen. Het huidige kasteel stamt uit de 14e en 15e eeuw en is is ontwikkeld door de koningen Jacobus IV, Jacobus V en Jacobus VI.
Het is ontzettend uitgebreid en er is heel veel te zien in het kasteel. Veel is gerestaureerd en teruggebracht naar hoe het ooit geweest moet zijn. Dat is even wennen, want de schilderingen zijn wel heel fel en recent, maar het is ook wel eens een keer interessant om géén vervaagde oude dingen te zien. Achteraf denk ik wel dat we de audioguide hadden moeten nemen. Die was extra te koop voor op je eigen telefoon en dat hebben we niet gedaan (want meestal als de audioguide optioneel is, is er elders wel voldoende info, dat viel hier soms wat tegen).
Het leukste aan het kasteel is eigenlijk wel de wall walk, een stuk waarbij je echt over de kasteelmuur kunt wandelen. Wat een uitzicht! En heel interessant is de tentoonstelling over het reproduceren van de wandkleden “Hunt of the Unicorn” die ooit in het paleis hingen, een klus van maar liefst 14 jaar!
Al met al zijn we ruim twee uur zoet geweest in het kasteel, als we na een snelle lunch in het Unicorn Café weer in de auto stappen. Dat café klinkt overigens leuker dan het is en mijn broodje is echt een hele vreemde combinatie van ingrediënten (ik heb niet goed op het bordje gekeken toen ik bestelde).
We beginnen aan het vervolg van de reis richting Cairngorms via een ‘toeristische route’. En die is echt prachtig mooi! Genieten is het! Prachtige landschappen, mooie dorpjes. Een detour naar de tuinen van een kasteel over een prachtige oprijlaan vol bomen. De tuinen zelf bezoeken we niet, want dat kost ook gewoon weer vrolijk 10 euro entree. Maar de detour zelf was alsnog de moeite waard!
Onderweg brengen we ook nog een bezoekje aan Ian Burnett – Highland Chocolatier. Een poepsjieke chocoladewinkel in the middle of nowhere. Met een muur vol gewonnen prijzen, deuren waar alleen oompa loompa’s mogen komen en personeel met witte handschoentjes. Maar, die prijzen zijn wel terecht gewonnen, want oei, wat een lekkere bonbons! Hallelujah! En Remco neemt er een gekonfijte mandarijn omhuld door chocolade. Heftig, maar ook echt heerlijk.
Omdat er in Pitlochry wat meer restaurants zijn dan in KIngussie, het dorp waar wij verblijven, besluiten we daar te gaan eten. Vroeg, zodat we hopelijk nog een tafeltje kunnen vinden zonder gereserveerd te hebben. Dat lukt gelukkig, want het restaurant wat we kiezen is nog leeg. We moeten om 19:00 onze tafel weer teruggeven, wat geen moeite kost, want ons eten wordt echt in no time geserveerd. Prima voor ons nu, want we lusten wel wat. Het eten is prima, niet heel bijzonder, maar goed genoeg en na een bakkie koffie kunnen we het laatste stukje van de rit ook wel weer aan.
Het laatste beetje zon piept over de bergen, het regent keihard en het uitzicht is fenomenaal. Hoi Schotse Hooglanden! Een regenboog zou het helemaal afmaken, maar die laat zich niet zien. Ach ja, je kunt niet alles hebben 😉