Hoewel ons filmmotel echt niet zo slecht is, slaap ik er wel vreselijk slecht. Er staan tot heel laat nog mensen buiten te praten en te lachen waardoor ik steeds wakker schrik. Daarbij heeft het bed echt rotkussens, waar ik steeds vanaf glijd en alles mee van mijn nachtkasje stoot. Ik droom heel onrustig en schrik zelfs een keer zo hard wakker uit een droom dat ik Remco ook wakker maak. Ik ben blij als we uitchecken en dit nachtje achter ons laten. Mijn goede humeur moet ik nog even zoeken.
Onder andere omdat we Bend zo’n toffe plek vonden, hebben we onze plannen voor vandaag bijgesteld. Oorspronkelijk wilden we naar het John Day Fossil Bed National Monument en dan met name naar de Painted Hills. Wie het seizoen van Wie is de Mol in Oregon heeft gezien, weet welke heuvels dit zijn.
Maar stiekem heb ik inmiddels al genoeg heuvels met strepen gezien. En wie herinnert zich het Oregonseizoen nou nog, na het spectaculaire laatste seizoen WIDM?! We hebben meer zin in een rustige ochtend opstarten in Bend en dan via de “snelste” route naar onze volgende AirBNB. Snelste tussen aanhalingstekens, omdat deze weg je automatisch over diverse scenic routes brengt. Snelwegen hebben ze hier niet.
We drinken eerst koffie bij een hippe koffietent vol laptopmensjes in het zelfde deel van Bend als gisteren. Even overwegen we ook nog een ijsje, maar het is nog wel erg vroeg. In plaats daarvan wil ik aan de overkant een smoothie halen, ik heb de dag ervoor gezien dat ze die daar hebben. Eenmaal binnen zie ik pas dat ze alleen hipsterhealthy dingen hebben. Maar ja, nu ben ik al binnen en ik wil nog steeds een smoothie. Lekker ironisch neem ik dus de fat-burner. Wie weet wat voor wonderlijk effect die nog heeft. Mijn humeur knapt in ieder geval wél op na een portie cafeïne en groente en fruit!
We doen nog een poging om bij de Sparrow Bakery hun beroemde searolls te gaan kopen. We kunnen echter geen parkeerplaats vinden én er staat een rij buiten (!). Not meant to be.
Zonder echt een plan beginnen we aan de trip naar White Salmon. En zo zonder plan rijden is soms héél fijn! Al gauw komen we langs een alpacaboerderij. Ik zie in het voorbijgaan een heel weiland vol alpaca’s mét baby’s. Eigenlijk wil ik er wel heen, ze zagen er zo schattig uit! En dus keren we om zodra dit kan. Toevallig blijkt dit bij een scenic viewpoint te zijn, dus dat pakken we ook nog even mee. Je blijkt er over een stuk van de oude highway te kunnen lopen en een spoorbrug te kunnen bekijken die over de Crooked River heen gaat. Er zwermen een hele hoop gieren rond en het is een toffe plek om even geweest te zijn. Zonder die alpaca’s hadden we dit nooit gevonden.
Hierna rijden we dus terug naar de alpaca’s. Ze zijn ZO schattig! De volwassen dieren zijn net geschoren en zien er daardoor uit als een soort poedels. De baby’s zijn zooo fluffy. Ik kan wel uren naar ze kijken. De beestjes zijn heel nieuwsgierig, maar niet erg knuffelbaar. Zodra je ze wilt aaien trekken ze zich terug. Toch wil ik nu een alpaca. Remco niet, want die had het geluk dat er een alpaca over hem heen boerde. Overal alpacakwijl haha.
We kijken nog even in het winkeltje met spullen van alpacawol, maar daar blijkt bijna alles uit Peru te komen. Dat vind ik dan wel weer erg jammer, ik wil sokken van déze alpaca’s, het liefst dan nog gebreid door een oma in een schommelstoel ergens op de veranda.
Remco heeft ondertussen in Madras, een plaatsje wat verderop, een museum gevonden vol vliegtuigen uit de Tweede Wereldoorlog, de Erickson Aircraft Collection. Dat wordt de volgende stop. De hangar staat helemaal vol met vintage vliegtuigen, de meesten nog in werkende conditie. Naast vliegtuigen staan er wat auto’s en andere voertuigen. Ik vind de bordjes met informatie een beetje saai, maar het is wel tof dat zo’n collectie wordt bewaard en onderhouden, ze staan er echt heel mooi bij. En de vliegtuigen zijn best fotogeniek! Zelfs Remco vindt de bordjes wat saai, maar loopt wel met een grijns van oor tot oor rond. Boys and their toys.
We rijden vervolgens verder via een hoop boerenland en zelfs een gedeelte dat weer op woestijn lijkt (of woestijn is). En we zien zachtgele heuvels van zandsteen, met een topping van basalt. Hierna duiken we het bos weer in, maar wel met fenomenaal uitzicht op Mt. Hood. Amerika, je bent belachelijk mooi. We krijgen nog een fikse regenbui op het dak van onze auto en we zien de temperatuur naar beneden schieten van 30 naar 17 graden! Brrr! Gelukkig zitten we warm. Onderweg passeren we een bordje dat aangeeft dat we ons halverwege de evenaar en de noordpool bevinden. Grappig.
Onze lunch is er vandaag een beetje bij ingeschoten omdat we zo dom waren geen boodschappen te doen. In the middle of nowhere vind je niet echt veel eten. Gelukkig boden de koelbox en ons kratje nog wel wat soelaas met een overgebleven broodje van gisteren, wat meloen, een yoghurtje en wat beef jerky. Maar tegen de tijd dat we in White Salmon aankomen, krijgen we toch wel weer wat trek.
We besluiten bij Everybody’s Brewing, de lokale bierbrouwerij, een vroege avondmaaltijd te eten en tikken meteen een sixpack lekkere lokale biertjes op de kop. Daarna rijden we naar de volgende AirBNB, een kleine cabin met alweer prachtig uitzicht. We maken ditmaal wel kennis met onze host (toch echt leuker!) en genieten met een biertje van het gezang van de vogels op het verandaatje. Helaas barst er vrij snel een onweersbui van jewelste los, dus moeten we naar binnen verkassen. Ons huisje heeft echter een grote schuifdeur, dus genieten we met de deur open van de regenbui. Het is heerlijk knus! Wat een geweldige uitvinding toch, AirBNB.