Mijn interne klok is echt stuk, want ondanks dat we pas tegen twaalven gaan slapen, ben ik om kwart over zes alweer klaarwakker. Ik lees even reacties bij op Facebook en het blog, zoals jullie wakker worden met een nieuwe verslag word ik wakker met jullie likes en berichtjes. Superleuk!
Remco slaapt nog, dus ik ga een kwartiertje op ons balkonnetje in een schommelstoel zitten. Het is ondanks het vroege tijdstip al over de 30 graden, maar vergeleken met die 45 is dat heel aangenaam. De wind is ook een stuk minder hard. Ik heb hier uitzicht op een prachtig groen grasveld: de golfbaan die met man en macht en heel veel sproeiers groen gehouden wordt.
Remco wordt ook vrij snel na mij wakker, we laden de auto weer in en gaan op pad. Het eerste ritje brengt ons terug naar de kantine van gisteravond. Ik heb een bed & breakfast package geboekt en ondanks het slechte eten gisteravond willen we toch het ontbijt even checken. Dat blijkt alleszins mee te vallen en met een buik vol prima pancakes stappen we weer in de auto.
Dat van dat ontbijt is nog een verhaal trouwens, want ik heb een paar weken geleden deze boeking gewijzigd naar dat b&b package omdat mijn eerdere boeking 62 dollar duurder was ZONDER ontbijt. Vroeg boeken loont dus niet altijd en de prijzen van je hotels in de gaten blijven houden loont overduidelijk wel.
Vandaag is eigenlijk vooral een rijdag om de afstand richting Yosemite te overbruggen. We rijden naar Mammoth Lakes, waar we na een nacht slapen de prachtige Tioga Pass zullen gaan rijden. Maar dat het een rijdag is, wil niet zeggen dat er niet nog genoeg moois te zien is!
Het eerste deel van de rit voert nog voor een groot deel door Death Valley. We stoppen onderweg nog op wat viewpoints en belanden op een hele hobbelige dirtroad op weg naar een canyon. Als we daar aankomen blijkt dat dit een trail is van 4 mijl. Daar is het alweer veel te warm voor! Hadden we toch het foldertje maar meegenomen wat we in de kamer achterlieten…
We beginnen Death Valley langzamerhand wel een klein beetje zat te worden. Hoe gaaf en bizar het ook is, op een gegeven moment ga je toch naar een beetje leven verlangen. Die dorre plantjes gaan daar niet echt voor door en de twee gieren die we een dood beest zien oppeuzelen zijn ook niet heel gezellig.
Maar gelukkig is er hoop. Vrij snel na het verlaten van het park zien we besneeuwde bergtoppen opdoemen. Langzaam wordt het groener en zien we ook weer wat meer dorpjes en woningen.
Ook lege dorpjes trouwens, bij Keeler vinden we een soort spookdorpje. Volgens Wikipedia wonen er nog 66 mensen. Er was ooit een mijn, een treinstation en blijkbaar een zwembad, die nu allemaal langzaam staan in te storten. Verder staat het er barstensvol trailers, caravans, auto’s in allerlei staten van ontbinding en zie je hier daar ineens een bewoond huis. Rare plek. Ik word er gestoken door een of andere steekvlieg die een poging doet mijn been leeg te zuigen en heb daarna niet meer zoveel zin om foto’s te maken van Keeler. Terug de auto in dus!
Bij Lone Pine rijden we via de Alabama Hills richting Mount Whitney. Aan het einde van de weg heb ik een hele mooie picnic area gevonden en daar willen we graag lunchen. Het is 25 minuten extra heen en terug rijden, maar de route is prachtig en de picnic area superfijn! Het is heerlijk weer in de bergen, zonnig maar niet zo achterlijk heet, er klatert een geweldige waterval en de beren laten onze lunch gelukkig met rust. Remco plaagt me steeds met ons felgekleurde ananassentafelkleed, maar ik ben blij dat ik het op tafel heb gelegd. De picknicktafel zit vol splinters!
Na de lunch pakken we mijn statief en ND filters uit de auto. Ik speel een beetje met lange sluitertijden, maar het is lastig een goede plek voor het statief te vinden waar de waterval mooi uit de verf komt. Het ligt er vol met grote rotsen, dus het staat niet echt stabiel. Ondertussen worden we lekgeprikt door muggen, dus ik hou het bij een kort speelkwartiertje. Toch leuk. Ik heb meestal niet echt het geduld voor dit soort fotografie, maar wil toch vaker eens dit soort dingen proberen.
We rijden terug naar Lone Pine, maken wat foto’s in de Alabama Hills en rijden dan door naar Mammoth Lakes. Onderweg verandert het landschap langzaam naar de Alpen. Niet gek, want Mammoth Lakes is een wintersportdorpje. Er is hier notabene een Alpenhof Lodge.
Wij slapen vannacht in de Sierra Lodge, naar mijn verwachting één van de mindere hotels van de reis. Dat blijkt inderdaad het geval te zijn, hoewel de kamer op zich echt prima is. Ruim, met een comfortabel bed, prima badkamer, schoon enzovoort, maar het is allemaal wel erg verouderd qua interieur en er wordt iets teveel met luchtverfrisser gespoten. De gangen van het hotel zijn ook een beetje creepy en het uitzicht heel erg treurig. Nou ja, het is maar één nachtje en het kan niet altijd feest zijn natuurlijk met prachtige uitzichten. Morgen slapen we – als het goed is – in een hele toffe B&B.
Remco kiest vanavond waar we gaan eten en vindt een bierbrouwerij met leuke kaart. Op z’n Amerikaans rijden we de 800 meter met de auto naar de Mammoth Brewing Co. en ploffen daar in de beergarden. Wat een goeie plek is dit! Het eten is superlekker, het bier is goed, de mensen die er zijn en werken zijn leuk. En koud is het ook al helemaal niet. Met een graad of 22 is het heerlijk vertoeven, hoewel we wel voor het éérst deze vakantie een lange broek aan hebben. Vannacht wordt het ook maar 4 graden, dus dat is wel serieus koud. Gelukkig heeft het hotel wel lades vol met extra dekens 😉
We zijn op tijd terug op de hotelkamer en kijken wat Amerikaans televisie. Ik verbaas me over alle medicijnreclames. Wat bizar! Er wordt dus gewoon reclame gemaakt voor medicatie voor serieuze klachten (zoals bijvoorbeeld COPD) die alleen op recept verkrijgbaar is. Ik zie mezelf al binnenlopen bij de huisarts met het verzoek om medicatie uit de reclame. Weird. Tijd voor een boek in plaats van die gekke televisie!
PS: Remco heeft zelf die supercharmante eetfoto uitgezocht…