Voor de eerste keer deze vakantie zetten we de wekker. De jetlag begint langzaam te verdwijnen en we vermoeden zomaar dat we ditmaal niet spontaan voor 4 uur wakker zijn. Zijn we wel, rond tweeën zelfs al, maar dat komt gewoon omdat dit hotel niet het allercomfortabelste bed en kussens heeft. En er schijnt licht door de deur heen.
Om 4 uur liggen we inderdaad allebei nog in dromenland. Heel even overwegen we te blijven liggen, maar hoe vaak kun je nou de zon op zien komen boven de Grand Canyon? Eruit dus, kleren aan en op naar Mathers Point. Dat kleren aan hadden we overigens iets grondiger mogen voorbereiden. We zijn inmiddels zo gewend aan warmte dat we gedachteloos korte broeken en zomerse shirtjes aantrekken. Niet slim. Het is 11 graden. BRRRR!
We blijken iets aan de late kant voor de zonsopkomst en de lucht kleurt al wat oranje. Helaas is het ook nu bewolkt. De lucht kleurt in eerste instantie prachtig, maar de zon duikt zodra hij achter de bergen vandaan komt direct achter een wolk.
We keren terug naar onze kamer en pakken onze spullen. We hebben besloten niet terug naar bed te gaan, maar ook vandaag gewoon weer vroeg op pad te gaan. Zo kunnen we onder andere nog bij Desert View Watchtower naar de canyon kijken zonder dat het daar al vreselijk druk is.
Een goed plan zo blijkt, want we kunnen daar uitgebreid op het puntje van het uitzicht genieten. Ik denk dat dit van alle viewpoints die ik gezien heb wel mijn favoriete is. Je ziet hier een heel groot stuk van de Colorado River door de canyon kronkelen.
We kopen een paar sandwiches in de general store en gaan dan verder op pad. Het eindpunt van vandaag is Monument Valley, maar eerst willen we graag nog een bezoek aan een andere canyon brengen: Coalmine Canyone.
But first things first: ook deze route is weer prachtig! We stoppen opnieuw bij wat viewpoints, wandelen wat naar een canyon die gevormd is door de Little Colorado River en verbazen ons daar over de ENORME herrie die veroorzaakt wordt door – naar wij denken – cicaden. Alsof er iemand met een cirkelzaag staat te buzzen.
In Tuba City is het opnieuw tijd voor boodschappen voor de lunch en ditmaal ook voor avondeten en ontbijt. We slapen vanavond in een cabin en willen daar gewoon zo lang mogelijk relaxen op de veranda en niet nog uit eten gaan.
Met een goedgevulde koelbox rijden we the middle of nowhere in. Op naar Coalmine Canyon. Deze canyon is bij het grote publiek onbekend en het is me nog steeds niet duidelijk hoe het nou zit met de permissie deze te bezoeken. Voor het bezoeken van back country locaties hier in Navajo county heb je vaak een permit nodig. Deels als inkomstenbron voor de Navajo, maar ook doodsimpel om te weten hoeveel mensen er ergens in de wildernis rondhupsen.
Deze canyon ligt echter niet echt in een wildernis. Hij is vrij makkelijk te bereiken over een goed begaanbare dirt road van zo’n 800 meter. Andere mensen hebben tevergeefs in Cameron, Tuba City en Page geprobeerd een permit te kopen voor deze locatie. De locals wisten steeds van niets. Dus wij zijn ook maar gewoon gegaan.
In eerste instantie liep het nog bijna mis. Onze beschrijving had het over linksaf slaan vóór een bepaalde mile marker. Dit bleek echter een private road die richting woningen ging. Dat moest niet de bedoeling zijn. We wilden al bijna onverrichter zaken terugkeren toen we even verderop nog een weggetje ontdekte.
Remco stuurt George over de hobbelige weg en om een kudde koeien heen en ineens staan we aan de rand van een waanzinnige canyon. Wauw! Die kleuren! Die hoodoos! Wat een bizar landschap weer! Er is een soort parkeerplaats en er staan zelfs picknicktafels.
Vlak na ons arriveert er nog een auto. Even zijn we bang dat er misschien een Navajo aankomt om ons weg te sturen. Het blijken echter twee Duitsers die de canyon ook kort bezoeken. Na hun vertrek lopen we de rest van de tijd alleen rond. We picknicken aan één van de picknicktafels. Hoewel het vrij hard waait en alle spullen steeds weggeblazen worden, is dit wel echt één van de beste picknicks ever. Het is doodstil, het uitzicht is fantastisch. Het is ZO gaaf!
Ik zou best uren kunnen rondwandelen rond die Canyon, maar Monument Valley wacht ook. En dus zwaaien we Coalmine Canyon gedag en gaan naar een volgend natuurwonder. Want ook Monument Valley is in het echt ZO indrukwekkend. Je kent alle clichéfoto’s maar als je er dan echt bent… wauw.
We rijden de Valley Drive, een hobbelige dirtroad die je heel dicht langs een heleboel van de bizarre buttes en mesa’s voert. Het is helaas nogal bewolkt, dus mijn foto’s zijn niet fantastisch, maar het IS wel prachtig mooi. Halverwege de rit trekt het gelukkig open en mogen we de omgeving ook nog met zon en wat blauwe lucht bewonderen.
Door elkaar geschud, maar tevreden verlaten we de valley loop. En dan is het tijd om in te checken. Zodra ik wist dat we deze reis gingen maken had ik mijn zinnen gezet op een cabin van The View Hotel. Ik geloof dat dit het eerste was dat we daadwerkelijk vastgelegd hebben. En de cabin is alles wat ik er van verwachtte en meer. Op je veranda reisverslagen tikken met uitzicht op Monument Valley. Nacho’s met guacamole erbij en een lekker biertje. Dit is vakantie! En onwerkelijk is het haast, hier zijn met dit uitzicht.
We hebben in de supermarkt kip, aardappelsalade, brood en wat tomaatjes enzo gehaald, dus we kunnen hier blijven zitten tot we een ons wegen.
Nu duimen voor een mooie zonsondergang. En vooral voor een mooie zonsopkomst, want die is vanaf deze kant het mooist, zegt men. Ik wil hier proberen wat te spelen met timelapses en eigenlijk ook graag de sterren fotograferen. Helaas gaat rond 21.00u het licht uit en stort ik in. Ik hou het dus maar bij de zonsondergang, waar vooral het moment dat alle rotsen rood kleuren heel spectaculair is. De zon zelf gaat achter ons onder, maar het was wel alsnog echt de moeite waard. En ik pik zelfs nog een beetje sterrenhemel mee.
Als we eenmaal in bed liggen, gaan we er na een half uurtje toch nog uit. De sterrenhemel is adembenemend! Ik maak geen foto’s, maar we genieten gewoon samen een kwartiertje van het uitzicht. Wauw! Again.